onweder - overlaadhaven
- op zijn bast geven
- op zijn best
- op zijn beurt
- op zijn bliksem geven
- op zijn dak komen
- op zijn donder geven
- op zijn donder krijgen
- op zijn dooie gemak
- op zijn duimpje kennen
- op zijn eigen voeten staan
- op zijn elf en elfendertigst
- op zijn falie geven
- op zijn flikker geven
- op zijn Frans
- op zijn gemak
- op zijn geweten hebben
- op zijn grootscheeps leven
- op zijn hoede zijn
- op zijn hoogst
- op zijn hurken zitten
- op zijn lauweren rusten
- op zijn meest
- op zijn mieter krijgen
- op zijn minst
- op zijn muiltjes
- op zijn muts krijgen
- op zijn nadag zijn
- op zijn nek geven
- op zijn neus kijken
- op zijn nummer zetten
- op zijn pas
- op zijn plaats leggen
- op zijn plaats zetten
- op zijn poot spelen
- op zijn pootjes terechtkomen
- op zijn post blijven
- op zijn poten stellen
- op zijn poten zetten
- op zijn praatstoel zitten
- op zijn stokpaard rijden